Cookie beleid Unitas 28

De website van Unitas 28 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Verslag van Bart-Jan van zijn reis door Turkmenistan

14 april 2016 18:15


Hier één van de vele verslagen die Bart-Jan heeft geschreven over de ervaringen die hij beleeft tijdens zijn voetreis door vele Aziatische landen. Ditmaal is Turkmenistan aan de beurt.

Voor meer verslagen van zijn voetreis, zie https://hikingthesilkroad.wordpress.com/author/bartjan79/

8 Dagen Turkmenistan, veel te kort natuurlijk om het land echt goed te zien, maar wel genoeg om er een aardig beeld van te krijgen. Ik heb daar niet kunnen lopen door allerlei visa regels dus het was in feite 8 dagen achterover zitten in een auto en overal naartoe gebracht worden. Ik weet nu in ieder geval zeker dat dat niet mijn manier van reizen is, veel te weinig vrijheid om eens net wat anders te doen dan precies dat wat er gepland was. Aan de andere kant zie je natuurlijk wel heel veel op deze manier, mijn gemiddelde aantal foto's per dag is op die dagen in Turkmenistan omhoog geschoten.

Turkmenistan is een land vol tegenstellingen. In zekere zin begon dat al aan de grens met Iran. Zoals wel vaker lag de grenspost midden in een gebergte. Het sneeuwde toen ik de grens over ging. Aan de Iraanse kant van de grens had ik de laatste loopdagen vooral kale heuvels gezien, maar dat veranderde bijna meteen in Turkmenistan, daar was het allemaal veel groener met gras en bomen. Vanaf de grens was het ongeveer 35 kilometer naar de hoofdstad Ashgabat. De eerste 34 kilometer daarvan gingen door een groen niemandsland helemaal omlaag vanaf de grens tot ongeveer 200 meter hoogte. Na 34 kilometer stond er een grotere marmeren poort, welkom in Ashgabat, en vanaf daar begon een hele bijzondere stad. Ashgabat is een bonte verzameling van monumenten, pleinen, parken, brede maar ook heel erg lege straten en gebouwen van marmer met gouden koepels. Heel veel gebouwen van marmer, niet alleen het presidentieel paleis en de overheidsgebouwen, maar ook veel gewone appartementenblokken zijn grote marmeren torens. Echt heel bizar. Daartussen krioelt het van de politiemensen. Als je ergens te dicht in de buurt komt naar hun zin wordt je meteen teruggefloten. Echt rustig rondlopen is er niet bij. Deze idiote stad hebben de Turkmenen voor een groot deel te danken aan Turkmenbashi, de eerste president toen het land in 1991 onafhankelijk werd. Dat was op zijn zachtst gezegd een bijzondere man. Hij heeft bijvoorbeeld allerlei hele interessante nationale feestdagen in gevoerd, ik vind zelf de meloendag de mooiste. Ook de dagen van de week en de maanden van het jaar heeft hij hernoemd naar de namen van zijn familieleden. Dat laatste is door de huidige president (Turkmenbashi bleek toch sterfelijk) weer teruggedraaid, maar het geeft wel aan wat voor soort persoon hij was. Turkmenbashi is ook niet zijn echte naam maar de naam die hij heeft aangenomen toen hij president werd. Het betekent zoiets als leider van alle Turkmenen. Turkmenistan is een vrij rijk land, er is heel veel olie en gas. Daarmee worden al die projecten in Ashgabat bekostigd. De huidige president is een net iets minder bijzonder figuur, maar als je naar het natiomnaal museum gaat is er ook voor hem een hal vol foto's. President in een sportwagen, in een gevechtsvliegtuig, op een paard en natuurlijk in een echte Turmeense yurt. Hij houdt dus ook wel een beetje van persoonsverheerlijking en is ook weer van alles aan het toevoegen aan de lijst met bijzondere punten in Ashgabat, er is nu bijvoorbeeld een onafhankelijkheidspark, een park ter ere van 10 jaar onafhankelijkheid en sinds dit jaar ook eentje voor 25 jaar onafhankelijkheid. Al die parken zorgen er in ieder geval wel voor dat Ashgabat een prettige stad is om in rond te lopen.

Na een paar dagen vreemde gebouwen, marmer en goud heb je dat wel gezien. Toen was het dus tijd om verder te gaan naar de andere dingen die Turkmenistan te bieden had. Veel daarvan waren ruïnes van steden die vroeger  de zijderoute hebben gelegen. De belangrijkste daarvan was Merv, ooit één van de belangrijkste steden in Centraal-Azië met meer dan 200.000 inwoners. Dat was voor eerst Chenggis Khan en later Tamerlane langskwamen en de stad compleet verwoestten. Allebei de Mongoolse krijgsheren hebben met vrijwel alle steden in Centraal-Azië hetzelfde gedaan. En ze zijn grondig geweest. Van Merv zijn de stadsmuren nog duidelijk herkenbaar, dus je kunt je een soort van beeld vormen van hoe groot het ooit geweest moet zijn. En dat is enorm. Binnen de muren staat er amper iets overeind. Hier en daar is er met moeite een gebouw te herkennen, maar op veel plekken is het ook gewoon veel stekelige woestijnbegroeiing met daartussenin grazen dromedarissen. Voor iets wat op de werelderfgoedlijst staat heeft het me nogal verbaasd hoe weinig er aan restauratie en conservatie werd gedaan.

Ook ben ik nog in het uiterste zuidoosten van Turkmenistan geweest, in het Koytendag gebergte. De belangrijkste reden om daarheen te gaan waren de dinosaurusvoetstappen die daar op een plateau in de bergen te zien zijn. Dat was ook zeker de moeite waard. Het leek er mij op dat er ooit op een natuurlijke manier een soort van zachte asfaltlaag is ontstaan (vast met iets vulkanisch) waar die dino's overheen hebben gewandeld. Sommie sporen kon je echt een heel stuk tegen de berg op volgen, best wel bijzonder en voor mij iets wat ik nog nooit eerder gezien had. De omgeving daar was ook erg mooi, afwisselend bergen van rood en van bruin gesteente vol met diepe uitgesleten kloven. In eentje daarvan was een hele bijzondere grot. Sowieso was het een enorm grote grote, maar het opvallende eraan was dat het plafond en een groot deel van de muren vol hingen met reepjes stof vastgemaakt met klonten opgedroogde modder. Door daar zo'n reep stof op te hangen kon je geluk op allerlei gebied krijgen. Er was ook een wijze oude man die voor een klein beetje toegeschoven geld dat geluk ook nog wel een handje wilde helpen. Opvallend veel Turkmenen waren daar ook om hun deel geluk te bemachtigen.

Dat laatste tekent ook wel een beetje de Turkmenen. Officieel zijn ze bijna allemaal islamitisch maar eigenlijk zijn allerlei bijgeloven minstens zo belangrijk en vaak zelfs belangrijker. Zo'n grot is er een voorbeeld van maar overal onderweg zie je ook bomen en struiken met vergelijkbare stukken stof, voor vruchtbaarheid, geluk of wat er ook maar nodig is. Het land is ook vol oude mausolea van allerlei vage sheiks. Hoewel die vaak al honderden jaren dood zijn komen er nog steeds mensen heen. Die lopen dan een aantal rondjes om het graf, knielen en buigen een paar keer, zeggen nog wat gebeden en zijn dan weer weg. Op een aantal simpele graven om zo'n mausoleum zag ik ook allerlei haarspelden, muntje en steentjes liggen. Wat daar precies het idee achter is weet ik niet maar het was wel een bijzonder iets.

Kortom, het waren 8 bijzondere dagen in Turkmenistan en ze zijn omgevlogen. Inmiddels ben ik alweer 5 dagen in Uzbekistan waarvan 2 met Iris en Guus, maar daarover later meer.

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!